Skip to main content

Een frisse lucht met een zonnetje. De natuurijskoorts wakkert aan. En ikzelf heb het pas vandaag door, als een klant mij erover vraagt. Ik de laatste dagen ben ik meer bezig geweest met werken, poetsen, een tipitent en dingen zoeken die zijn verstopt door mijn dochter. 

Maar goed, binnen no-time ervaar ik weer dat achtbaangevoel. De marathonners kennen het: dat moment dat je net je reet hebt geparkeerd op een zonnig Tenerife om wat (d)uren te maken en dan blijkt dat je de koude luchtstroom niet hebt aan kunnen voelen en je ploegleider belt dat je weer naar Holland mag komen. Je haalt je fiets weer uit elkaar, stopt hem in een koffer, maakt een laatste zonnegroet en stapt weer in het vliegtuig. Dat de fysiologische vorm pas in januari volgt, vergeet je in je haast: ‘Opzij, opzij, opzij. Maak plaats, maak plaats, maak plaats. We hebben ongelooflijke haast.’

Je begeeft je (meestal via gladde wegen) richting een of ander ondergelopen weiland of skeelerbaan, in de middle fakking of nowhere (meestal in Groningen of de Achterhoek) en daar stap je weer de vertrouwde spotlights in. Alsof je in winterslaap bent geweest, want dit zijn de enige momenten dat je die ‘fame’ hebt van een olympische sporter. Wat wil je graag zo’n wedstrijd als eerste over de meet komen. 

Naast de fysiologische gesteldheid, is de emotionele toestand wat wankel geraakt door de natuurijskoorts. En zoveel kilometers als je terug hebt gereisd om hier te komen, zet je om in demarrages met de gedachte: ‘Ik ben een échte natuurijschaatser!’ En met dat goddelijke ijs onder je voeten, laat je je even gaan. Vergeet je naast je hart, je hoofd nog even te gebruiken … bezig met wat had moeten zijn (winnen, ik ben een natuurijsrijder) … en vergeten het spel te spelen (wedstrijd lezen, krachten goed verdelen, techniek, tactiek). Dat was hem weer. In het donker terug naar Saentje. Met tranen nog ff de frustratie eruit fietsen op de rollerbank. ‘Maar wat was het weer machtig he?! Dat ijs. Wat heb ik het gemist!’ 

Potje wachten op nieuwe vorst. Gelukkig reed ik meer dan 15 jaar aan de top. Dus had ik nog even de tijd om dit mentaal te trainen 😉